Ik mag de prachtige en romantische stad Brugge mijn thuis noemen. Telkens ik de verwondering zie in de ogen van de toeristen die de stad bezoeken, voel ik me bevoorrecht om hier te wonen. We wonen net buiten ‘de Kruispoort’ en telkens het weer het toelaat wandelen we door Brugge alsof het onze persoonlijke tuin van Versailles is. Ik verlies me graag in de kleine straatjes en ontdek steeds weer nieuwe plekken en onverwachte hoekjes. Ik ben zelf een fervent reiziger die graag nieuwe plekken ontdekt en altijd op zoek is naar een authentieke lokale ervaring. Wanneer mijn vrienden Brugge bezoeken schiet de toeristische gids in mij wakker. Ik troon ze mee de historische binnenstad in met zijn vele culturele rijkdommen. Het liefst start ik in het stille Brugge met zijn kasseistraatjes, witgekalkte trapgevel huisjes, godshuisjes met prachtige binnentuinen, de meer dan 300 Mariabeelden die de gevels sieren, de vele parken die de natuur in de binnenstad brengen en het labyrint van grachten dat Brugge de bijnaam het ‘Venetië van het noorden’ gaf. Pas aan het einde van onze wandeling dompel ik mijn bezoekers onder in het drukke, bruisende stadscentrum dat de Bruggelingen kennen als ‘de gouden driehoek’. Hier komen ze oog in oog ​​met de imposante middeleeuwse gebouwen en de historische bezienswaardigheden die Brugge de titel van Unesco Werelderfgoedstad geven. Brugge is echter zo veel meer dan ‘het Belfort’, de ‘Onze-Lieve-Vrouwekerk’, het ‘Gruuthuuse-paleis’ en de architecturale parel ‘De Burg’. Brugge is een stad die een authentieke sfeer uitstraalt die zich niet altijd gemakkelijk in woorden vertaalt, maar zijn bezoekers zeker een unieke ervaring rijker maakt.